The Outsiders

Deze bende zou uitgroeien tot de topper van wat Amsterdam te bieden had. Voor velen, niet alleen inwoners uit die stad zelf, zijn ze de beste Nederbeatgroep van Nederland geweest. The Outsiders hadden in hun beste bezetting een goede charismatische zanger, een goed songwriters duo, een beest van een drummer en een losgeslagen gitarist. 

De jongens begonnen als Jimmy & the Revons. Aanvankelijk speelden ze (nog met kuiven) Elvis Presley en Buddy Holly nummers. Na de ontdekking van The Beatles kwam I want to hold your hand op de setlist.

foto van wim van der Linden

Jimmy werd voor Wally Tax als zanger ingeruild, die eerst gitaar speelde in de band. De naam veranderde daarna in The Outsiders. In '65 begon het echte popmuzikantenleven met wekelijkse optredens in de dijkerstent Las Vegas. Toen betekende een live optreden een echte aanslag op je gezondheid. Tegenwoordig wordt een set er meestal in een uur doorheen gejaagd. The Outsiders speelden regelmatig van 10 uur 's-avonds tot 2 á 3 uur 's-nachts in twee sets van 2 uur.

Het haar van de jongens groeide steeds langer en covers van The Pretty Things en The Kinks verschenen op het repertoire. Die voorkeur was risicovol in een vetkuiven omgeving. Ze moesten in Las Vegas regelmatig hun spullen beschermen tegen rondvliegende bierglazen. Door de veelvuldige optredens aldaar groeide hun bekendheid. Paul Acket, eigenaar van het muziekblad Muziek Express, had een nieuw platenlabel opgericht met dezelfde naam. Voor ME hadden illustere bands als Peter & Blizzards en The Zipps al platen opgenomen. Hij liet de band met succes audities doen voor optredens in zijn tienershows. Daar aan vastgekoppeld zat een platencontract.

Hun eerste single: You mistreat me/Sun’s going down is beat op zijn best. Vooral de enigszins valse b-kant geeft een goed beeld van de Amsterdamse touch. Zoals bij alle door dit label uitgebrachte plaatjes het geval zou zijn, werden dit nummer en de follow up Felt like i wanted to cry/I love her still I always will geen hit. De optredens met de shows van Paul Acket deed hun ster verder rijzen. Amsterdam had een eigen stek waar de sien na optredens elkaar de ogen kon uitsteken. De Phonobar aan het Thorbeckeplein. De Outsiders waren daar ook te vinden. De eigenaar van die tent richtte eind '65 de eerste echte beatclub op: het Rembrandttheater. In deze club zou de band in zijn hoogtijdagen in '66 geregeld optreden. 

In het najaar van '65 werd Tom Krabbendam als gitarist aan de band toegevoegd. Hij kwam van een andere beruchte Amsterdamse band NV Group ’65.

Krabbendam was een grote fan van de band. Qua techniek liet zijn spel te wensen over, maar vanwege zijn vreemde sprongen en bewegingen op het podium groeide hij uit tot een belangrijke troef van de groep. De eerste keer dat hij meespeelde in het Rotanhuis werd de zaal al bij het eerste nummer gesloopt. De politie maakte vervolgens een voortijdig einde aan zijn debuutoptreden.

In februari '66 kregen ze een nieuwe manager in de persoon van John B van Setten. Een jonge ambitieuze regelaar die aan de wieg stond van het succes dat volgde. John B had tevens de groep Short ‘66 onder zijn hoede. Als deze een keer op Double Wow spelen (de clubavond van Hitweek), is Willem Duys daarbij aanwezig. Ons aller bekende AVRO coryfee en big shot van platenmaatschappij Iramac, zag wel wat in de band. De manager wilde wel een contract voor Short 66 regelen, maar hij verplichtte Duys tevens The Outsiders bij zijn maatschappij onder te brengen. En aldus geschiedde.